8 dec 2022 | Interview, Uitgelicht

Studentenpastor Jorn den Hertog: hoe kerst ons de harde realiteit van het leven laat zien

Geschreven door Redactie

Jorn den Hertog, studentenpastor van het IPSU, schreef deze pastorbijdrage voor Wijs, het blad van de Oecumenische Janskerkgemeente. Jorn beschrijft hoe de advent een tijd van verwachten kan zijn. Van hoop die doorbreekt op een manier die rechtdoet aan de echtheid, de rauwheid van het leven en de Liefde die ons leidt naar het licht.

Realiteit

Zo lang ik mij kan herinneren is december, elk jaar weer, een echte feestmaand. De verschillende feestdagen, de warmte, het delen, gezelligheid en zélfs de kitscherige versieringen in de winkelstraten – ik hou ervan! Deze tijd is zoet, kleurrijk en overladen met positiviteit.

Maar, dit jaar voelt het anders. Het lijkt alsof de rauwheid van het leven mij inhaalt. Er is een oorlog dichtbij, er is steeds meer armoede om ons heen, er is eenzaamheid en veel mensen zitten er juist níet warm bij dit jaar. De wereld om ons heen is onrustig en lijkt de vrede maar niet te kunnen vinden. Misschien is dit gevoel herkenbaar voor je en is het moeilijker om contact te maken met de lichte hoop van de feestdagen.

En toch… de feestdagen komen eraan. We leven toe naar het feest van kerst. Dit zette mij aan het denken: Hoe kunnen we vormgeven aan het ‘uitzien naar Christus’, zonder daarmee de realiteit van vandaag uit het oog te verliezen? Speelt het kerstverhaal zich altijd af op drukke, felverlichte winkelstraten en tijdens een ‘te-mooi-om-waar-te-zijn’ kerstdiner? Of is het verhaal van de geboorte van ‘God-met-ons’ juist doordrongen van wereldse onrust, ongemak, politieke dreiging en hopen tegen beter weten in? Laat kerst ons niet de, soms harde, realiteit van het leven zien – en hoe daar steeds een ‘en toch…’ wordt gefluisterd? Is deze onrust, het kwetsbare en de paradox niet juist de plek waarin de Eeuwige inbreekt? De plek waar de Eeuwige haar thuis maakt en zich geboren laat worden als mens? In het jaar 0, maar misschien ook anno 2022?

Hoop door Vaclav Havel  

Diep in onszelf dragen wij hoop.
Als dat niet het geval is,
is er geen hoop.  

Hoop is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt.  
Hoop is niet voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
verankerd voorbij de horizon.

Hoop in deze diepe en krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat,
of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.  

Hoop
is ergens voor werken omdat het goed is,
niet omdat het kans van slagen heeft.  

Hoop is niet hetzelfde als optimisme;
evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen.
Het is de zekerheid
dat iets zinvol is
onafhankelijk van de afloop,
onafhankelijk van het resultaat.

Advent

Het woord ‘advent’ komt van het Latijnse woord adventus, en dat betekent ‘komst’ of ‘nadering’. De adventstijd is dus een periode van verwachten, uitzien en onszelf voorbereiden op de ‘komst’ van Jezus. Hij komt eraan en wij mogen ruimte scheppen om ons hart en hoofd hierop voor te bereiden. Een aantal weken voor de adventtijd begon, heb ik het boekje Honest Advent van de Amerikaanse illustrator Scott Erickson gelezen. Erickson beschrijft een soortgelijke zoektocht: hoe komt het dat kerst en advent in onze tijd vaak bedekt zijn met een dikke, mierzoete suikerlaag? Hebben we het kerstverhaal niet te veel geromantiseerd, te veel ‘Hollywood’? Een aantal jaar geleden is hij op zoek gegaan naar een eigentijdse, rauwe en doorleefde manier om advent en kerst te benaderen – met hierin ruimte voor de paradoxen, voor het tegendraadse én de verwondering in de menswording van de Eeuwige. Aan de hand van 25 illustraties en bijpassende teksten om op te mediteren laat Erickson de lezers kennismaken met een ‘eerlijke advent’.*

Ongemak

Eén van de onderwerpen die in dit boekje als meditatie besproken wordt, is de periode waarin Maria in verwachting is van Jezus. Dit was vast niet allemaal een feest. Hij schrijft: ’Niets kan de euforie van het ontdekken dat je zwanger bent sneller verpesten dan het gevoel over te moeten geven. Hoewel het zich niet beperkt tot het begin van de dag, is ‘ochtendmisselijkheid’ de term die we gebruiken om de misselijkheid en braken te beschrijven die vier van de vijf moeders in het eerste trimester van de zwangerschap ervaren. Wetenschappers weten niet 100 procent zeker waarom dit gebeurt. De voornaamste hypothese is dat het de biologische strategie van het lichaam is om het opgroeiende kind te beschermen tegen (evt. ongezond) eten en drinken dat de moeder normaal gesproken zou consumeren. Een extra beveiliging om de baby veilig te laten groeien dus.

In de evangeliën wordt het niet beschreven, maar het is zeer aannemelijk dat Maria in haar zwangerschap ook een periode van ongemak en misselijkheid had. Na de bijzondere ervaringen met een engel die haar vertelde dat ze zwanger van Jezus was, ervoer zij de misselijkheid en de eerste tekenen dat er écht een kindje in haar buik aan het groeien was. De Goddelijke aanwezigheid in haar lichaam uitte zich niet alleen als een fijn, gezegend gevoel – maar ook als ongemak en iets dat ‘lastig’ is.’

Groeipijntjes

Iets wat onlosmakelijk verbonden is aan ‘groeien’, is de bijkomstigheid van groeipijn. Ruimte maken voor groei, voor iets nieuws, iets groters, of iets met een andere vorm kan ongemakkelijk en lastig zijn. Ergens op hopen, iets verlangen en verwachten is kwetsbaar en kan hand in hand gaan met pijn en onvervuld verlangen. Soms is de pijn de voorbode van het nieuwe of het pure dat zich aan het ontvouwen is. In het geval van een zwangere vrouw is het ongemak ‘te doen’, omdat ze weet dat dit ten diepste een goed teken is: het kindje is aan het groeien. De liefde voor ‘hetgeen dat komt’ is het ongemak dubbel en dwars waard.

En toch…

Het thema van deze Wijs is ‘wensen’. Verlangen, hopen, nastreven, verwachten – hunkeren naar het goede leven. Misschien mag er in deze periode van advent wat meer ruimte zijn voor het ongemak, voor de pijn van de wereld, elkaar en onszelf. Dit is dus kwetsbaar en ongemakkelijk, maar dat is misschien wel de plek waar we moeten zijn. Kan ons hart de ruimte krijgen om te groeien, ruimer te worden – ook als dit ongemakkelijk is?

Het kerstverhaal laat mij zien dat er, ook op de meest onwaarschijnlijke plekken – zoals een kleine stal – een nieuw begin mogelijk is. Er is hoop verborgen in het ongemak. De Eeuwige gaat het ongemak niet uit te weg, maar blijft aanwezig en Ze laat zich leiden door trouwe liefde. In de donkerste nacht is (soms verborgen) hoop aanwezig. Midden in de groeipijn, in het verwachten, uithouden en uitzien, is er ruimte voor ‘en toch…’. En deze twee woorden mogen stamelend en onzeker gesproken worden.

Het is mijn wens voor ons allemaal om deze feestdagen de moed te hebben om te midden van al het ‘vieren’ ruimte te scheppen voor rauwheid, echtheid en ontluikende Liefde dichtbij.

* Scott Erickson, ‘Honest Advent – Awakening to the Wonder of God-with-Us, Then, Here and Now – 25 readings for Advent and Christmas’. Zondervan Books, 2020

Gerelateerde verhalen

Meer

Volg ons

Volg de PUP-nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van alle updates van PUP? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.

Volg ons