#geloof in taal:
Overvloed
Geloof is volgens de gangbare definitie ‘vertrouwen zonder bewijs’. Geloof raakt aan religie, maar is zeker ook daarbuiten te vinden. Liselotte van Eck, masterstudent Linguïstiek, weet niet zeker of ze gelooft. Het valt haar wel op, dat taal is doorspekt van gelovige woorden. Voor PUP speurt ze naar de sporen van geloof in onze taal.
Door Liselotte van Eck
“Wat doen we met de spullen? Leven in een tijd van overvloed”
is de kop van een artikel in Historiek. Het woord ‘overvloed’ kom ik veelvuldig tegen in teksten. Ik krijg meteen associaties met geloof. Hoe zit dat? Ik pluis het uit.
over·vloed
Intuïtief vind ik dat het Nederlandse woord zich goed leent voor gebruik in spirituele context; vloed is ten slotte een gevolg van kosmische verschijnselen en verwijst daarmee naar het heelal, het grotere geheel. Maar eerst terug naar de basis, het woordenboek. Wat betekent het woord?
Dit zegt van Dale:
1) grotere hoeveelheid dan nodig is
2) zeer grote hoeveelheid
Het zelfstandige naamwoord overvloed is een samenstelling van over en vloed. Het duidt op een afwezigheid van schaarste, of zelfs het tegenovergestelde ervan. In het Nederlands wordt het woord wordt doorgaans gebruikt in een bijwoordelijke bepaling, bijvoorbeeld: “in Nederland is er labcapaciteit in overvloed”, of: “de overvloed van crises zet aan tot actie”. Hiermee ligt de nadruk op een kwantiteit die (al dan niet) excessieve vormen aanneemt. Opzichzelfstaand wordt het woord gebruikt om te spreken van rijkdom of weelde, zonder dat we weten wat die rijkdom dan precies inhoudt.
Waterbeweging
Het Nederlandse woord overvloed heeft familieleden, bijvoorbeeld in de Scandinavische talen: overflod (Deens en Noors) en överflöd (Zweeds). Ook in het Afrikaans spreekt men van oorvloed, wat dan waarschijnlijk weer zijn oorsprong vindt in het Nederlands. Het woord verwijst naar waterbeweging en roept daarmee een beeld op van “een rivier die buiten zijn oevers treedt”, aldus het Etimologiewoordeboek van Afrikaans. Dat maakt het woord in ieder geval al iets poëtischer.
Spiritualiteit
De Engelse equivalent van overvloed, abundance, hoor ik vaker zelfstandig. Daar wordt het woord wel ‘geloviger’ ingezet, ik kom het met name tegen in de context van de boeddhistische traditie. Een tijd geleden ben ik begonnen aan de 21-daagse “Abundance Meditation Course” van Deepak Chopra, een grote naam in de wereld van mindfulness. Doel van de cursus was een mindset van abundance te bewerkstelligen, één van overvloed dus. Klinkt weeïg en vaag. Een overvloed waarvan precies? Chopra geeft geen eenduidige definitie en nodigt juist uit tot eigen interpretatie. Hij stelt je de vraag: hoe voelt, klinkt en proeft die overvloed eruit voor jou? Abundance associeer ik daarom met spiritualiteit en geloof, overvloed veel minder.
Hebzucht
Terug naar het Nederlands. Door de zoektermen “overvloed” en “bijbel” te combineren stuitte ik op een blog waarin het woord inderdaad op een onderzoekende manier wordt gebruikt. Schrijver Esther Visser mijmert op Sestra, een site voor Christelijke vrouwen over het woord overvloed. Ze waagt zich aan de vraag hoe bij de overvloed te komen die ons door Jezus en God zou zijn beloofd, beschreven in Johannes 10:10. Niet onterecht merkt ze op dat overvloed in de betekenis van “meer dan genoeg” hebben gepaard kan gaan met hebzucht, en dus niet wenselijk is. De overvloed die bij Hem te vinden is niet van materiële maar van geestelijke aard. De blog komt wat klef op me over, maar dat heeft ook te maken met de vormgeving van de site. Ik hoor niet bij die doelgroep van vrouwen die trots zijn op hun getrouwde status. Toch vind ik Vissers associatie van overvloed met hebzucht versus geestelijke ruimte een interessante. Ze brengt het daarmee dichter bij het dagelijkse leven.
Herfstkleuren
Is overvloed een gelovig woord? Mijn intuïtie zei aan het begin ja en daar blijf ik bij, ook na dit onderzoekje. Nu loop ik naar buiten, om heel mindful te genieten van de overvloed aan herfstkleuren.
Bronnen:
van Dale,
Etymologiebank,