Deze bijdrage van Straatpastoraat is per abuis niet in PUP 1 (Vriendschap) geplaatst.
Vrienden van de straat?
Vaak heb ik me afgevraagd of we de mensen met wie wij optrekken vrienden kunnen noemen. Klopt dit woord wel? Vrienden nodig ik thuis uit, met vrienden deel ik lief en leed, vrienden komen op mijn verjaardag.
Bij onze vrienden van de straat is dat anders. Ze komen niet bij ons thuis en niet op onze verjaardag. Lief en leed delen we, maar dan vooral het hunne.
Toch spreken we van vrienden. Misschien omdat velen van hen ons als vrienden beschouwen. Eén van hen schreef, op de vraag wat de Tafel van 12, een maaltijd met tafelliturgie, voor hen betekende: “Vriendschap. Mensen die mij nemen zoals ik ben, en mij accepteren voor wie ik ben.” Een ander, op de vraag wat de maandagochtendinloop betekende: “O God, no words can express the love I feel”.
Misschien hoeven niet alle vrienden bij je thuis te komen. En hoeft er geen sprake te zijn van evenwicht in het delen van lief en leed. Dat mensen ons hun vertrouwen schenken en hun verhaal met ons delen of ons bellen vanuit Afrika om te zeggen dat ze ons missen, is een groot geschenk. Hiermee doen ze een appèl op ons. Hen vrienden noemen is ons antwoord.
Wieke de Wolff (Straatpastor)