11 jun 2022 | Leven

Kermis op Maria Magdalenadag

Geschreven door Redactie

In de editie van PUP die deze week uitkomt, is helaas een fout geslopen in de rubriek Archief. Hieronder de correcte versie.

Tekst: Netty de Jong – Dorland

Beeld: Archief

 

22 juli 1562

Deze maand wordt in Utrecht het feest van de kerkwijding gevierd,

op het feest van Magdalena.

Deze plechtigheid wordt ‘carmisse’ genoemd met een woord in de volkstaal,

misschien afgeleid van het Griekse woord ‘charmosunè’.

Dan is het aan allen toegestaan de toren van Martinus te beklimmen. 

 

24 juli 1594

Op dit feest van de kerkwijdingheeft iemand een pneumatisch instrument

hier naar toe gebracht, dat, terwijl maat en gewicht verborgen waren,

zo in elkaar gezet was dat het een aantal liederen speelde

zonder aanraking van handen.

Iemand anders heeft te zelfder tijd een pop meegebracht,

die danste en zich bewoog, door een vergelijkbare techniek

als waardoor het eerder genoemde instrument werkte.

 

22 juli 1595

Op dit feest van de kerkwijding is hier een struisvogel naar toe gebracht,

om te bekijken, een exotisch en voor onze ogen vreemd dier.

 

juli 1596

Ik heb een kameel gezien, die aangevoerd was door lieden

die voor een beetje geld de markten rondgaan.

Diarium Arnoldus Buchelius

Universiteitsbibliotheek Utrecht 

 

22 juli is de feestdag van Maria Magdalena. Op die dag werd in 1173 de Romaanse Domkerk na een grote brand opnieuw gewijd. De kerkwijding werd verricht door aartsbisschop Philippus van Keulen, de Utrechtse bisschop Godfried van Rhenen, Martinus, kardinaal van Tusculum en Raymond bisschop van Ivrea. Waarom op die dag? Dat weten we niet. De Dom bezat geen relieken van Maria Magdalena. Vermoedelijk gewoon omdat de aartsbisschop en andere hoge geestelijken op die dag aanwezig waren.

Tot aan de Reformatie werd het feest van de kerkwijding op deze dag jaarlijks groots gevierd. Eerst waren er de kerkelijke plechtigheden. Kerk en altaar waren versierd als op Pasen, met groene takken. En de preek werd door de bisschop of door een franciscaan of dominicaan gehouden vanaf het doksaal voor heel het volk.

De volgende dag was er een processie die om de hele stad heen voerde. In de processie liepen alle kanunniken van heel de stad mee, met mooie zijden kappen. In de processie liepen ook de belangrijke wereldlijke en stedelijke functionarissen mee in feestelijke ambtskledij. Het heilig Sacrament werd meegedragen onder een baldakijn, een stukje hout van het kruis waaraan Christus heeft gehangen, evenals de relieken van de heiligen, van o.a. Agnes en Ponciaan, Benignus en Urbaan, Adriaan, Eloy, Vrederik en Odolf, St.Pancras, St. Pieter en St.Jan. Stadstrompetters en andere speellieden, wel vierentwintig soms, gingen voorop. De processie eindigde in de Domkerk waar driehonderd kaarsen brandden.

Het feest van de kerkwijding werd besloten met een kermis, die acht dagen of later wel veertien dagen duurde. Op het kerkplein, op de Stadhuisbrug, in de Choorstraat, de Sint Maartensbrug en op de Oudegracht bij de Ganzenmarkt werden in kramen en tentjes allerlei eet- en drinkwaren verkocht, kleine snuisterijen en kwakzalverijen. Goochelaars, koorddansers en grappenmakers vermaakten het publiek, terwijl kermisexploitanten door de straten trokken met dwergen, reuzen en exotische dieren.

Arnoldus Buchelius (1565 – 1641), een buitenechtelijk kind van een kanunnik van het kapittel van Sint Pieter, was een Utrechts oudheidkundig geleerde die een dagboek bijhield van onder andere historische gebeurtenissen in Utrecht. De aantekeningen beginnen in 1560 (dus voor zijn geboorte) en lopen door tot 1599. In zijn diarium lezen we op 22 juli 1562 dat iedereen op de Sint Magdalenakermis de Sint Maartenstoren mocht beklimmen. In 1594 zag hij op de kermis een soort zelfspelend orgel en een zelfbewegende pop, in 1595 een struisvogel en in 1596 een kameel.

In 1614 kwam er ook nog een jaarmarkt bij, van 15 juli tot en met 4 augustus. Oorspronkelijk werd die jaarmarkt in januari gehouden ter ere van Sint Ponciaan en Sint Agnes. Maar na de Reformatie nam de belangstelling voor deze jaarmarkt af, ook vanwege het winterweer.

Het was dus in de middeleeuwen in de zomermaand juli één groot feest in Utrecht. Jammer genoeg schafte het stadsbestuur in 1919 de kermis af, vanwege dronkenschap en andere overlast.

Wat nog is overgebleven van de Magdalenakermis is de Piekenkermis in juli op de Maliebaan, in 1988 in het leven geroepen. Traditioneel wordt deze kermis geopend met een mis in de botsautootjestent, waarbij de zusters Augustinessen van de Waterstraat zingen.

Netty de Jong-Dorland is emerituspredikant van de Domkerk.

Diaconie Utrecht helpt

In opdracht van de Protestantse Gemeente Utrecht

Gerelateerde verhalen

Meer

Struikelstenen

Onlangs werd ik benaderd door het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) of ik informatie had over de familie Falk in Gouda. Er waren herdenkingsstenen (‘Stolpersteine’) geplaatst in de straat waar zij woonden. De joodse familie was tijdens WO-II afgevoerd naar...

Lees meer

Het beloofde land

Onlangs was ik in San Diego in het zuidwesten van de VS, vlakbij Mexico. Voor veel Mexicanen is Amerika het beloofde land. Legaal of illegaal: iedereen wil naar dit land van melk en honing. Maar eenmaal aangekomen in deze wereldstad, is het moeilijk om een fatsoenlijk...

Lees meer
Volg ons

Volg de PUP-nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van alle updates van PUP? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.

Volg ons