In de editie van PUP die deze week uitkomt, is helaas een fout geslopen in de rubriek Archief. Hieronder de correcte versie.
Tekst: Netty de Jong – Dorland
Beeld: Archief
22 juli 1562
Deze maand wordt in Utrecht het feest van de kerkwijding gevierd,
op het feest van Magdalena.
Deze plechtigheid wordt ‘carmisse’ genoemd met een woord in de volkstaal,
misschien afgeleid van het Griekse woord ‘charmosunè’.
Dan is het aan allen toegestaan de toren van Martinus te beklimmen.Â
24 juli 1594
Op dit feest van de kerkwijdingheeft iemand een pneumatisch instrument
hier naar toe gebracht, dat, terwijl maat en gewicht verborgen waren,
zo in elkaar gezet was dat het een aantal liederen speelde
zonder aanraking van handen.
Iemand anders heeft te zelfder tijd een pop meegebracht,
die danste en zich bewoog, door een vergelijkbare techniek
als waardoor het eerder genoemde instrument werkte.
22 juli 1595
Op dit feest van de kerkwijding is hier een struisvogel naar toe gebracht,
om te bekijken, een exotisch en voor onze ogen vreemd dier.
juli 1596
Ik heb een kameel gezien, die aangevoerd was door lieden
die voor een beetje geld de markten rondgaan.
Diarium Arnoldus Buchelius
Universiteitsbibliotheek UtrechtÂ
22 juli is de feestdag van Maria Magdalena. Op die dag werd in 1173 de Romaanse Domkerk na een grote brand opnieuw gewijd. De kerkwijding werd verricht door aartsbisschop Philippus van Keulen, de Utrechtse bisschop Godfried van Rhenen, Martinus, kardinaal van Tusculum en Raymond bisschop van Ivrea. Waarom op die dag? Dat weten we niet. De Dom bezat geen relieken van Maria Magdalena. Vermoedelijk gewoon omdat de aartsbisschop en andere hoge geestelijken op die dag aanwezig waren.
Tot aan de Reformatie werd het feest van de kerkwijding op deze dag jaarlijks groots gevierd. Eerst waren er de kerkelijke plechtigheden. Kerk en altaar waren versierd als op Pasen, met groene takken. En de preek werd door de bisschop of door een franciscaan of dominicaan gehouden vanaf het doksaal voor heel het volk.
De volgende dag was er een processie die om de hele stad heen voerde. In de processie liepen alle kanunniken van heel de stad mee, met mooie zijden kappen. In de processie liepen ook de belangrijke wereldlijke en stedelijke functionarissen mee in feestelijke ambtskledij. Het heilig Sacrament werd meegedragen onder een baldakijn, een stukje hout van het kruis waaraan Christus heeft gehangen, evenals de relieken van de heiligen, van o.a. Agnes en Ponciaan, Benignus en Urbaan, Adriaan, Eloy, Vrederik en Odolf, St.Pancras, St. Pieter en St.Jan. Stadstrompetters en andere speellieden, wel vierentwintig soms, gingen voorop. De processie eindigde in de Domkerk waar driehonderd kaarsen brandden.
Het feest van de kerkwijding werd besloten met een kermis, die acht dagen of later wel veertien dagen duurde. Op het kerkplein, op de Stadhuisbrug, in de Choorstraat, de Sint Maartensbrug en op de Oudegracht bij de Ganzenmarkt werden in kramen en tentjes allerlei eet- en drinkwaren verkocht, kleine snuisterijen en kwakzalverijen. Goochelaars, koorddansers en grappenmakers vermaakten het publiek, terwijl kermisexploitanten door de straten trokken met dwergen, reuzen en exotische dieren.
Arnoldus Buchelius (1565 – 1641), een buitenechtelijk kind van een kanunnik van het kapittel van Sint Pieter, was een Utrechts oudheidkundig geleerde die een dagboek bijhield van onder andere historische gebeurtenissen in Utrecht. De aantekeningen beginnen in 1560 (dus voor zijn geboorte) en lopen door tot 1599. In zijn diarium lezen we op 22 juli 1562 dat iedereen op de Sint Magdalenakermis de Sint Maartenstoren mocht beklimmen. In 1594 zag hij op de kermis een soort zelfspelend orgel en een zelfbewegende pop, in 1595 een struisvogel en in 1596 een kameel.
In 1614 kwam er ook nog een jaarmarkt bij, van 15 juli tot en met 4 augustus. Oorspronkelijk werd die jaarmarkt in januari gehouden ter ere van Sint Ponciaan en Sint Agnes. Maar na de Reformatie nam de belangstelling voor deze jaarmarkt af, ook vanwege het winterweer.
Het was dus in de middeleeuwen in de zomermaand juli één groot feest in Utrecht. Jammer genoeg schafte het stadsbestuur in 1919 de kermis af, vanwege dronkenschap en andere overlast.
Wat nog is overgebleven van de Magdalenakermis is de Piekenkermis in juli op de Maliebaan, in 1988 in het leven geroepen. Traditioneel wordt deze kermis geopend met een mis in de botsautootjestent, waarbij de zusters Augustinessen van de Waterstraat zingen.
Netty de Jong-Dorland is emerituspredikant van de Domkerk.